-
1 een overeenkomst aangaan
ein Abkommen schließenNiederländisch-Deutsch Wörterbuch > een overeenkomst aangaan
-
2 compact
adj. samengeperst; gekoncentreerd; kompakt--------n. kleine auto; overeenkomst, verdrag; poederdoosje--------v. een overeenkomst aangaan; sluiting van verbondcompact1[ kompækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 overeenkomst ⇒ verbond, verdrag————————compact2[ kəmpækt] 〈bijvoeglijk naamwoord; compactness〉2 compact ⇒ bondig, beknopt♦voorbeelden:1 compactly built • met een stevig/gedrongen postuur————————compact3II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 samenpakken ⇒ samenpersen, opeenhopen♦voorbeelden: -
3 contrat
contrat [kõtraa]〈m.〉1 contract ⇒ overeenkomst, verdrag2 akte♦voorbeelden:contrat de vente • koopcontractcontrat social • maatschappelijk verdragpasser un contrat • een contract sluiten, een overeenkomst aangaanpar contrat • bij contract, volgens overeenkomstmcontract, overeenkomst -
4 covenant
n. verdrag, afspraak, kontrakt; bond, verbond--------v. schriftelijke verplichtingcovenant1[ kuvnənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 overeenkomst ⇒ convenant, beding————————covenant2〈 werkwoord〉1 een overeenkomst aangaan ⇒ een verdrag/verbond sluiten2 schriftelijk beloven ⇒ overeenkomen, zich verbinden tot -
5 partij
2 [politiek] party3 [met betrekking tot personen die een overeenkomst aangaan] (contracting) party4 [onbepaalde hoeveelheid] set ⇒ bunch, 〈 met betrekking tot goederen〉 batch, 〈 met betrekking tot goederen〉 lot, 〈 zending〉 consignment, 〈 zending〉 shipment5 [muziek] part6 [spel] game7 [feest] party8 [huwelijkspartner] match♦voorbeelden:de strijdende partijen • the warring partiesbeide partijen horen • hear both sidespartij kiezen • take sidesook partij kiezen voor/tegen iemand • side with/against someonegeen partij kiezen • not take sides〈 ook figuurlijk〉 partij zijn in een conflict • be involved in/be party to a conflictboven de partijen staan • be impartial3 de partijen komen overeen dat … • the (contracting) parties agree that …in grote partijen aankopen • purchase in bulk5 zijn partij(tje) meeblazen • 〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneself7 een partijtje geven • give/throw a party¶ goed/slecht partij geven • give a good/poor account of oneselfvan de partij zijn • join in (with something) -
6 passer un contrat
passer un contrateen contract sluiten, een overeenkomst aangaan -
7 contract
n. contract--------v. een contract afsluiten; krijgen, besmet worden; krimpen; inkrimpencontract1[ kontrækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 contract 〈 ook bridge〉 ⇒ (bindende) overeenkomst, verdrag, verbintenis; 〈 attributief〉 contractueel vastgelegd♦voorbeelden:1 enter into/make a contract • een contract sluiten, een verbintenis aangaanbe under contract to someone • zich contractueel verbonden hebben tegenover iemand————————contract2[ kəntrækt]1 een contract/overeenkomst/verdrag sluiten ⇒ een verbintenis aangaan, contracteren♦voorbeelden:contract to build a factory • een contract sluiten voor de bouw van een fabriekcontract to do something • zich contractueel verplichten om iets te doen1 samentrekken ⇒ inkrimpen, sen♦voorbeelden:1 ‘we will’ can be contracted to ‘we'll’ • ‘we will’ kan samengetrokken worden tot ‘we'll’1 per/bij contract regelen/vaststellen ⇒ contracteren, aangaan♦voorbeelden:contract debts • schulden aangaan/op zich nemencontract out • uitbesteden -
8 vennootschap
1 [overeenkomst op burgerlijk gebied] partnership ⇒ 〈 juridisch〉 firm, 〈 Amerikaans-Engels ook〉 company2 [overeenkomst op handelsgebied] trading partnership♦voorbeelden:1 vennootschap onder een firma • firm, partnership(firm)2 inbreng/aandeel in een vennootschap • investment/share in a partnership/companybesloten vennootschap • Bprivate limited companynaamloze vennootschap • Bpublic limited companyeen vennootschap aangaan met iemand • go into partnership with someone -
9 akkoord
akkoord1〈 het〉3 [muziek] chord♦voorbeelden:een akkoord aangaan/sluiten • come to an arrangmenttot een akkoord komen • reach an agreement————————akkoord21 agreed♦voorbeelden:akkoord gaan (met) • agree (to), be agreeable (to)niet akkoord gaan (met) • disagree (with) -
10 dienstverband
♦voorbeelden:in los/vast dienstverband werken • be employed on a temporary/permanent basiseen dienstverband aangaan voor de duur van één jaar • accept a one-year appointment
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский